En route naar Phetchabun

Met de app maps.me in de ene en kaart in mijn andere hand vertrekken we met de auto richting Phetchabun. Omdat we Pak Chong overslaan hebben we een nacht over en ik heb een modern hotel gevonden in Phetchabun, zo’n 4 uur rijden. Onderweg vallen de kinderen natuurlijk in slaap en ook ik voel dat ik af en toe weg dommel. Best lekker!

maps.me is een prima app alleen deze stuurt je altijd over de kortste route. Gevolg is dat we de eerste anderhalf uur over lokale wegen rijden en het niet erg opschiet. Wanneer we de snelweg bereiken gaat het allemaal best snel en snap ik niet dat iedereen zo verbaasd reageerde toen ik vertelde dat we met de auto Thailand door zouden rijden. Oke, borden staat niet altijd in westerse letters maar met gezond verstand kom je een heel eind. We merken wel dat de mensen hier weinig tot geen Engels spreken. Een blikje cola bestellen of het toilet vragen is al moeilijk. Later, dan de verwachte vier uur, komen we rond half drie aan in ons gloednieuwe hotel. Voor Thaise begrippen valt het een beetje uit de toon. Het is modern, hip en staat prachtig aan een rijstveld. Ook hier spreken ze zeer slecht Engels en met de lunch gaat het dan ook mis. Voor Robert geen eten, de dame had er niets van begrepen. Even wachten en het komt uiteindelijk weer goed en kan ook hij zijn lunch nuttigen.

Na wat gezwommen te hebben eten we voor het gemak ook maar in het hotel. Het is best te doen buiten maar wel met lange broek en lange mouwen. We zijn immers aangekomen in malariagebied. De arts van de Travelclinic heeft ons de opdracht gegeven om dat zo te doen en we volgen haar advies natuurlijk keurig op.
Deze keer gaat het gaat het eten goed, mede omdat een jongedame die een beetje Engels spreekt, zich over ons ontfermt. Wanneer we na het eten tip willen achterlaten moeten we dat in haar handen geven en ze is dolblij en lacht dan ook ongemakkelijk. Het is een onderdanig volk, de Thai.

Morgen willen we naar het Nam Nao National Park. In het park zijn olifanten, slangen, herten en andere dieren. We gaan proberen een ranger mee te krijgen om ons de weg te wijzen. We kruipen dus vroeg in het, voor mij, veel te harde bed.