De bergen van Drakensberg

Gisterenochtend hebben we het hectische Johannesburg verlaten. Het was precies goed zo. Genoeg gezien en veel geleerd, ook weer over de geschiedenis. De apartheid is pas sinds 20 jaar afgeschaft maar het is nog steeds zichtbaar. Zal nog een aantal generaties duren voordat dat anders is.

Maar goed, genoeg serieuze materie, we zijn hier om het land te ontdekken. Zoals gezegd zijn we gisterochtend vertrokken. Het zou de langste rit worden en het duurde inderdaad 5 uur voordat we er waren. Al snel na Johannesburg veranderde het landschap, eindeloze graanvelden en links en rechts steeds hogere berglandschappen. Bij Bergville gingen we de snelweg af om langs Winterton aan te komen bij onze bestemming, Ardmore Guest Farm. Wat een aangename verrassing! Het leek inderdaad op een boerderij, er liep van alles los rond. We werden verwelkomt door een Rhodesian Ridgeback, jeetje, wat leek deze hond op Juna.
Vriendelijk werden we verwelkomt door de dame achter de receptie die ons een rondleiding geeft. Een gezellig restaurant met zo’n 30 tafeltjes, een onbemande bar (zelf pakken en noteren dus), een gezellige woonkamer met openhaard, een ping-pongtafel, een pooltafel, een voetbaltafel, zwembad en een hele grote tuin die een prachtig uitzicht geeft op de bergen. Onze kamer is ook al zo immens groot. Een ‘wauw” van de kinderen zegt dan genoeg. Spelletje, drankje en na het avondeten naar bed. we gaan immers in de actie de volgende dag!

Na heerlijk geslapen te hebben zijn we er klaar voor: canopytour en hiken. Na een ontbijt met veel ei en spek en worst rijden we over de heuvelachtige wegen naar het startpunt. Het landschap doet ons denken aan het zuiden van Amerika, alhoewel we daar nog nooit geweest zijn. We rijden langs landhuizen, boerderijen waar ze graan verbouwen of koeien houden. Ook hier valt op dat alle overdreven omheind is met prikkeldraad en draden onder stroom.
Bij de canopytour zijn we de enigen dus gaan wij met z’n drieën en twee begeleiders op pad. Als aapjes slingeren we van de ene top naar de andere. Het gaat soms heel snel en het is soms heel hoog! Maar wat kunnen we goed genieten van het uitzicht.

Lunchen doen we in Valley Bakery. Wat ooit een bakkerij was is nu uitgegroeid tot een Engels-achtige lunchroom met heel, maar dan ook heel veel lekkere dingen. We genieten van al het lekkers en hebben zo genoeg gegeten om ons middagprogramma aan te vangen. Hiken bij het Mon’k Cowl National Park. We kiezen de kortste route, die van een uur naar de Sterkspruit Falls. Door het struikgeval en over open vlakte volgen we onze weg. Natuurlijk met de nodige stops ivm de belabberde conditie van ondergetekende. En van enkele momenten waarop Mick denkt dat er een heel eng beest op hem zit terwijl dat altijd maar een piepklein vliegje is. Hij blijft schattig….
Het water van de waterval klettert naar beneden maar meer kijken we naar de omgeving en omhoog naar de bergen. We blijven ons verbazen over de schoonheid en grootsheid ervan. Is dit Afrika?
De oorspronkelijke tijd van een uur wordt voor ons anderhalf uur als we ook nog onderweg drie impala’s spotten. Op 10-15 meter voor ons blijft er eentje stokstijf staan en houd ons heel goed in de gaten. Naast de nodige aapjes onderweg is dit ons eerste dier in het wild. Van de impala zullen we er echter nog heel veel gaan zien, maar toch is het een mooie eerste ontmoeting.

Moe maar tevreden ploffen we voor ons huisje met een zak chips en een gebakje van Valley Bakery. Even bijkomen en douchen. Terwijl de kinderen in bed een puzzel doen, schrijf ik op het terras weer deze blog. Ondertussen is het pikkedonker en moet het doen van het licht van de laptop. Het is ook doodstil maar dan echt doodstil. En een beetje koud. Dezelfde kou die ik nog ken uit mijn tijd in Zuid-Frankrijk. Morgen gaan we verder op reis naar onze volgende bestemming, Umhlanga dat aan de kust ligt.. Stiekem zou ik best een dagje langer willen blijven, zo mooi is het hier….