Hluhluwi Game Reserve

Zondagochtend verlaten we ons huisje in St Lucia. Het plaatsje was leuk, de accommodatie minder. De reistijd naar Hluhluwi zal een uur zijn en daarom drinken we nog wat bij Barraca op het terras. Bij de meeste hotels moet je je kamer om 10 uur verlaten maar kun je pas inchecken vanaf 14 uur dus proberen we wat tij op te vullen. Barraca heeft goede wifi dus daar zitten vinden de kinderen zeker geen straf. Om 11 uur vertrekken we dan toch maar naar Hluhluwi, in de hoop dat we eerder terecht kunnen. Het is immers een particulier huis waar we naartoe gaan en die zijn meestal niet zo moeilijk. Als we rond 12 uur het plaatsje inrijden kijken we onze ogen uit. Wat is het hier lelijk en smerig. Er is werkelijk niets aan. We zien één hotel en geen restaurantjes of iets dergelijks. Na even zoeken vinden we aan de rand van het plaatsje wederom ons prachtige guesthouse. Stoer en chic is de luxe inrichting, het ziet er allemaal weer prachtig uit, zoals je zou verwachten bij een Afrikaanse lodge. Die middag doen we helemaal niets, hangen wat bij het zwembad. Een dagje niets doen is best eens lekker. ‘S avonds eten we in het enige hotel Anew Hotel. De bediening is in Afrika soms belabberd en ook hier wachten we drie kwartier op ons eten. Dan gaat het heel snel en als we het hoofdgerecht op hebben vraagt de dame of we nog iets wensen. Op ons “no, thank you” ligt binnen één minuut gewoon de rekening voor mijn neus. Oke, lekker natafelen is er dus niet bij. Ze gaan sluiten dus moeten we naar huis. Wederom om 21 uur liggen we in ons bedje. De volgende ochtend staan we om 04:50 op. Ja, je leest het goed. We gaan namelijk op game drive!

De wekker gaat en Mick en ik staan binnen 30 seconden naast ons bed. Volgens de strakke planning doen we ieder ons taakje en zijn om 5 uur klaar voor vertrek. Wat mopperend hijst ook Liz zichzelf in haar broek. In de auto zet zij met capuchon over haar hoofd en zonnebril op de neus haar slaap voort. Op de “snelweg” is het nog pikkedonker en regelmatig voel ik het zweet in mijn handen als een of andere mafkees een levensgevaarlijke inhaalactie uitvoert. Als iemand je inhaalt wordt je geacht even op de vluchtstrook te rijden, er zijn immers maar twee banen. Echter, op de vluchtstrook lopen mensen en staan ze te wachten om opgepikt te worden. Het zijn soms hachelijke manoeuvres en ik ben blij als we stipt om 6 uur aankomen bij de gate.

Het is nog koud dus krijgen we allemaal een dekentje. In de auto zijn we enkel met 5 personen dus hebben we allemaal een mooi plekje. De ranger vertelt ons in gebrekkig engels dat we ons in een gebied bevinden dat uit twee parken bestaat: Hluhluwi en Umfolezi. Ooit stonden er hekken tussen deze twee maar nadat die zijn weggehaald is het nu één groot park. Het park ligt in het gebied waar de Zulu’s leven en dit park was ooit hun jachtgebied.
Al snel komen we de eerste olifanten tegen maar de ranger hoopt dat we er nog meer tegenkomen, dan veel dichterbij. Dus rijden we weer rap door. En zo gaat het eigenlijk de hele ochtend. We zien wel de leeuw. Ook deze ligt redelijk ver en hebben dus de verrekijkers nodig maar het is wel een waanzinnig plaatje. Verder spotten we giraffen, zebra’s, zwijnen, witte neushoorns en nog wat kleiner wild. Als we rond 11.45 terug zijn bij de poort stuitten we op nog een olifant, vlakbij. Misschien is de conclusie wel dat zelf rondrijden net zo leuk is; je bent actiever zelf op zoek, je kunt zelf bepalen waar en hoelang je stopt en het is minder koud.
Onderweg doen we wat boodschappen, de middag rommelen we wat bij ons huis. Het is vandaag bewolkt en kouder.
In de avond rijden we richting een Italiaans restaurant. Het is best een eindje weg en onderweg zie ik dat ik op de reservetank rij. Terug naar het dorp want het risico dat we straks zonder benzine komen te staan durf ik hier niet aan. Bij de pomp is nog volop bedrijvigheid en naast het tanken staan twee mannen onze ruiten van de auto schoon te maken. Dat is nog eens service, alhoewel ze dit natuurlijk doen voor een fooitje. Ik geef zie ieder 5 rand, dat is omgerekend 35 cent maar zij zijn daar blij mee. Met volle tank een nieuwe poging. Onderweg begint het te regenen en niet zo’n klein beetje ook. Het stortregent! Met nog geen 40 km per uur vervolg ik de weg en eenmaal aangekomen bij de gate is de bel kapot. Ik kan bellen naar een Afrikaans nummer. Dat kost wat maar teruggaan is ook geen optie, we hebben ondertussen best honger. Dus bellen maar. “hello, can you open the gate, we like to eat”. “No, the restaurant is only open from Tuesdays till Sundays”. Het is maandag dus we hebben vanavond geen geluk. Terug dan maar naar het Anew hotel waar vanavond buffet is. Hongerig storten we ons op het buffet waar we relatief veel te veel voor moeten betalen (205 rand = 14 euro per persoon). Alsof het gewoon is liggen we wederom om 21 uur on bed. Morgen hebben we een lange reis voor de boeg, naar Swaziland.