Naar Cullinan

Vandaag hebben we een lange rit te doen, helemaal terug richtig Johannesburg. We overnachten in Cullinan bij een ranch waar je kan wandelen met leeuwtjes. Een beetje tegen mijn principe maar het is wel een leuke afsluiter. Om 07:30 zitten we in de auto, dat ging best snel. Na twee uur rijden vraag ik of Lizzy even een uurtje wil rijden. Mag eigenlijk niet, ze heeft haar rijbewijs nog geen jaar. Maar goed, wat kan je gebeuren. De mensen rijden hier allemaal heel netjes, niemand zit je op de bumper en ik denk dat ik in die drie weken niet één keer iemand heb horen toeteren. We rijden lekker door. Na een tolpoortje: politie en we worden aangehouden. Rijbewijs Lizzy? Op de telefoon, een kopie dus. Oh nee, toch niet. Gelukkig is mevrouw de verkeerscontroleur erg schappelijk en vraagt mijn rijbewijs. Ze noteert wat en we mogen door. Pff…. dat liep met een sisser af. Als we trek krijgen stoppen we bij een benzinepomp en bij gebrek aan beter bestellen we wat bij Wimpy’s. Ik ken dat nog van vroeger. We eten de meest gore hamburger en patat die we ooit gegeten hebben. Maar ach, als je honger hebt smaakt bijna alles.
Na 6,5 uur komen we in Cullinan aan. Maar waar is toch dat hotel? We zoeken Horsback Africa-Pinto’s Lodge. We bellen drie keer en de man legt het keer op keer weer uit maar we vinden het niet. Hij vergeet een afslag te melden en als we voor de poort staan gaat deze niet open, is er geen bel en hebben we geen bereik om nog een keer te bellen. We rijden terug naar de hoofdweg om vandaar weer te bellen. De gate kunnen we zelf openmaken, was hij ook vergeten te vertellen. Na anderhalf uur rondrijden en verkeerd rijden komen we aan. Ik ben wel enorm kwaad, wat een zak die kerel! Ik maak het duidelijk dat ik “not amused” ben. Onze kamer is ook maar matig. Het derde bed is niet om op te slapen en ik vul het op met handdoeken en dekbedden. Het blijft knudde. Deze krijgt dus geen aanbeveling.

Als we wat over het terrein lopen komen we bij de leeuwen. Ze zitten dus gewoon, als in een dierentuin, opgesloten. En achter onze kamer zitten twee lynxen . Ook in dierentuin achtige hokken. We voelen ons schuldig om hier te zijn. Morgen gaan we toch eens vragen hoe dat nu zit met die dieren hier. Worden ze gehouden voor de fok? Ook zien we twee boa’s in de te kleine hokken en stokstaartjes zoals bij Blijdorp. Achteraf wellicht toch niet de beste keuze. Voor het avondeten zitten we bij het kampvuur en de vrouw des huizen doet haat best om iedereen bij het gesprek te betrekken. Zij is een paardenmens en zij doet dan ook alle ritten met de paarden die je hier ook kan doen. De man, die ik eerder vier keer aan de telefoon had die dag, kan geen goed meer doen. Ik blijf het een ontzettende zak vinden. Die avond eten we wonderbaarlijk goed en hebben we enorme lol. We orden al gewaarschuwd voor het brullen van de leeuwen. Niet om 6 uur maar eigenlijk gedurende de hele nacht worden we een paar keer wakker van het gebrul. Nu maar hopen dat de ontmoeting met de leeuwtjes alles goed kan maken.