Naar Swaziland

Woensdagochtend weten we in een rap tempo onze koffers in de auto te krijgen en rijden we om 10 uur van ons guesthouse weg. Op naar Swaziland. Het wordt een rit van 3 uur dus weer een eindje voor de boeg. Onze Toyota Avanza is niet echt comfortabel en dat is het ook niet bevorderlijk voor mijn rug. De rugleuning staat daarom rechtop, de enige manier om het een paar uur vol te houden. Bij de afslag naar de grens van Swaziland rijden we door het Polongo Game Reserve. We moeten dus op onze snelheid letten voor overstekend wild en ja hoor, een groep giraffen. Een kleintje en een hele grote. De ranger had ons de vorige dag uitgelegd dat je het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje kon zien aan de hoorntjes. Die van een mannetje zijn donkerder. Terecht merkt Mick op dat je ook kan kijken of de giraf een piemel heeft. Logischer kan haast niet. Omdat we een volgende keer Hluhluwi als plaatsje wel kunnen overslaan lijkt deze Game Reserve een goed alternatief om te overnachten.

De grens over is een hele happening. Er staan aan beide zijde hekken, dus eerst emigreren met stempels en vervolgens immigreren met stempels en na het betalen van 50 rand en mogen Swaziland binnen. De rit naar het noorden is wederom prachtig. De aarde kleurt hier van camel en bruin naar donkerrood en geeft de zo typische Afrika vergezichten. Ook hier weer veel graanbouw en bosbouw. Het landschap is heuvelachtig tot bergachtig. Het valt mij op dat noordelijker we komen hoe meer kinderen ik hier uniform tegenkom. Ze gaan her allemaal gratis naar school tot hun 15 jaar, daarna moeten de ouders betalen. Bij ieder dorpje lopen de kinderen langs de weg en zwaaien uitbundig naar ons. Iets wat is de dagen in Swaziland nog wel vaker zal gebeuren. De kleintjes zijn werkelijk om op te vreten.

Onderweg lunchen we wat met nog een bus vol met franse toeristen. We rijden allemaal dezelfde route. Als we door Manzini rijden lijkt alles hier schoner er meer ontwikkeld. De mensen op straat zijn hier netter gekleed. Ga op internet toch iets meer lezen over Swaziland, het maakt me nieuwsgierig.

Na wat zoeken en 7 km over een onverharde weg komen om 15 uur pas aan op onze “Camp”. Een echt afrikaans dorp midden in het Mlilwane Nature Reserve. Hier tref je het echte “out of africa” gevoel. We hebben de meest mooie rondavel, uitzicht over de vallei, Impalla’s in de tuin en zebra’s een eindje verderop. Het is niet te beschrijven hoe fantastisch het hier is! We genieten van het uitzicht en lopen door het kamp. Er lopen hier allerlei wilde dieren los en horen een soort van bij het kamp. Ik denk dat ze hier wat te eten krijgen. Vooral Mick maar ook Liz vinden deze “kinderboerderij”, zoals zij het noemen, maar niks. Schijterts!

‘S avonds eten we natuurlijk hier, terug naar het dopje is echt geen optie. Het is gezellig in het restaurant. Lange tafels voor de groepsreizigers van Fox en wij zitten vlakbij het water dus kunnen we de kikkers goed horen. Met telefoons in onze hand kijken we of er wifi is maar helaas. Bij de receptie kan ik de wifi kopen maar het is relatief duur dus besluiten we deze twee dagen het zonder wifi gaan doen. Dus ook geen mogelijk om de reisverhalen bij te werken, te sms-en of wat dan ook. Achteraf was dat best lekker.
Er zijn naast het restaurant een aantal kampvuren waar je lekker omheen kan zitten. Om half 9 begint er een dans- en zangvoorstelling van lokale mensen. Het is bijzonder om te zien. Na afloop keert iedereen naar zijn of haar hutje om te gaan slapen. Het ritme is hier nu eenmaal anders. Wij maken ook ons klaar om in de keiharde bedden te gaan slapen. Raampjes open zodat de kou lekker binnen kan komen. Met alle geluiden op de achtergrond vallen we in slaap.